Utrechts Documentatiesysteem
2003.0002b
Vervolg artikel: Penders, Jean, "Wie weet is het halve werk al gedaan. Wordt het Utrechts Documentatiesysteem een nationaal kennisinstituut?".
De wens was namelijk in de nieuwbouw zoveel mogelijk op te nemen van wat opgegraven werd. Een affiche meldde: “Een monument is om op te spelen, niet om òp te blazen”. Architect Herman Hertzberger wilde graag meewerken aan het behoud, maar de planvoorbereiding was al te ver gevorderd. Schrijnend, want de historische vereniging Oud-Utrecht had al jaren voordien precies aangegeven wáár wàt te verwachten viel van dit kasteel uit 1528. Helaas was die brief zoek geraakt. De architect deed zijn best en daaraan is te danken dat nu ondermeer een schietgat van het noord-oostelijk bastion nog te zien is.
Betreurenswaardig is echter dat op dat moment niet verwezen werd naar de redengevende omschrijving van “de rondom de oude binnenstad gelegen wallen, afkomstig van de vroegere verdedigingswerken […]”. Duidelijk staat daarin ook als rijksmonument vermeld “de restanten van de citadel Vredenburg”. Of de onder doorhalingen zichtbare oorspronkelijk beschermde kadasternummers hiermee in overeenstemming zijn, kan het Actualiseringsproject van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg te zijner tijd wellicht vertellen; de intentie van de wetgever is echter duidelijk geschonden. Misschien kan niet op dat project gewacht worden, de citadel is nu weer actueel: het Muziekcentrum gaat opnieuw groots op de schop. En niet alleen het genoemde schietgat lijkt onbeschermd, er wordt nog een ander element ernstig bedreigd. Op de door de historische vereniging aangedragen bouwtekening van de 16de –eeuwse architect, Keldermans, staan enkele ‘slordigheidjes’, die op de bekendere 19de-eeuwse natekening niet voorkomen. Enkele delen van de te bouwen muren waren weggelaten. Bij de opgraving bleek waarom: er hoefde daar niet gemetseld te worden, want enkele stukken van het in 1528 geconfisceerde Catharijneklooster van de Johannieters bleven staan. Dankzij de genoemde acties werd een blok van de onbekendste romaanse kerk van Utrecht
gered, zij het niet in situ. In het licht der ontwikkelingen rijst de vraag hoe duurzaam deze redding was.

Doel van het Utrechts Documentatiesysteem
Bovenstaande case-studies zijn gebaseerd op het - op dat moment vooral nog - papieren UDS. Er moge uit blijken dat er nu al veel Utrechts materiaal ontsloten is.
Al ruim 20 jaar is de motivatie van de groep vrijwilligers die hieraan werkt - aangevuld met enkele beroepskrachten - het bevorderen van een respectvolle omgang met het culturele erfgoed, gestoeld op begrip voor de geschiedenis van de gebouwde omgeving. Het middel daartoe is in hun ogen het documentatiesysteem. In eerste instantie werd dit opgezet als een papieren encyclopedie voor Utrecht. De reeks klappers omvat nu 20 strekkende meter en staat in Het Utrechts Archief en de Gemeentebibliotheek het publiek ter beschikking. Een belangrijk aandachtsveld is de bouwhistorie; die is niet alleen onmiskenbaar relevant voor Utrecht, maar tevens voor de monumentenzorg in heel Nederland. Dat ‘relevant’ is altijd ruim opgevat, er zijn geen grenzen gesteld aan de onderwerpen, maar er zijn wel langzaam verschuivende prioriteiten die bepalen wat opgenomen wordt. Geleidelijk is zo een verbreding ontstaan, waarbij – naast de algemene monumenten-topics – de topografische ontsluiting van Nederland op de UDS-manier aandacht krijgt. Daarom werken organisaties als de Stichting Bouwhistorie Nederland en Het Gelders Genootschap mee. De initiërende instanties, Het Utrechts Monumentenfonds en de Gemeente Utrecht, hoeven zich echter geen zorgen te maken over de relevantie van de inhoud voor hun werkgebied: de stad Utrecht ligt nu ruim 20 jaar vóór op de rest van Nederland.
Zie verder volgende kaart